In 1955 werd ik ontdekt door Therus Klein, een bestuurslid van O.O.G. Hij zag me spelen in een eenakter op de Pater Amabilisschool. Deze avondschool was er voor meisjes die overdag werkten in winkels, fabrieken of kantoren, en zich wilden voorbereiden op het huishouden: wassen, strijken, koken, verstellen. Het doel was om hen op te leiden tot goede huisvrouwen. Gelukkig was onze directrice, Mevrouw Hopmans, een groot liefhebber van theater. Ze richtte dansgroepen, koren, ballet, en toneelgroepen op, en elk jaar organiseerden we een grote revue.
Mijn eerste optreden was in het stuk De moderne tijd. O.O.G. wilde deze eenakter spelen tijdens het kermismatinee bij Ko de Nijs. Op de eerste zondag was er altijd een matinee, met toneel, een liederentafel, en daarna dansen op de muziek van het grote orgel. Het was een eer om als jong meisje op te treden naast de grote Jan van Delft, Jet Somers en Jan Hesselbert.
De weg naar het lidmaatschap van O.O.G.
Na mijn optreden mocht ik meedoen aan een nieuw stuk: De Held van het Westen. Ik werd aspirant-lid en werd voorgedragen tijdens een vergadering, waar vervolgens werd gestemd. Gelukkig werd ik aangenomen. O.O.G. was destijds een echte mannenclub: vrouwen mochten meespelen en voor de kleding zorgen, maar zich verder nergens mee bemoeien – zelfs niet tijdens de jaarvergaderingen. Wij mochten daar enkel zwijgen.
Toen ik al jaren lid was en inmiddels in Tilburg woonde, kwam er een vacature in het bestuur. Ik stelde me kandidaat, maar dat werd door Cees – een invloedrijk lid – niet gewaardeerd. Hij vond een andere positie voor me, bij het Centrum voor Amateurskunst in Tilburg, waar ik zitting kon nemen in de ledenraad. Zo kon ik toch iets voor O.O.G. betekenen en hoefde het bestuur zich niet meer aan mij te storen. Het bleek een geweldige keuze. Later ben ik nog bestuurslid geworden, en dat gaf me de kans om actief te worden in de provincie. Ik volgde cursussen in grime, acteren en regie, en deed mee aan festivals en andere projecten. Ik ben Cees daar nog steeds dankbaar voor; het was een boeiende tijd.
Een club in verandering
Uiteindelijk kwam er toch een vrouw in het bestuur van O.O.G., en zo begon de emancipatie binnen onze club. Door de jaren heen heb ik prachtige, uitdagende en soms minder makkelijke rollen gespeeld. Maar het mooiste vind ik altijd de repetitietijd. Wanneer een stuk gekozen is en je een rol krijgt, is het samen met de regisseur en de andere spelers een proces om die rol eigen te maken. Dat proces, van langzaam in de huid van een ander kruipen, vind ik het meest waardevolle.
Mijn favoriete rol was die van straatzangeres in De Jantjes. Ik was toen al in de zeventig. Het was een uitdaging, maar het lukte, al was ik na afloop totaal versleten.
O.O.G. voor het leven
O.O.G. is voor mij altijd een fijne plek geweest. Hoewel ik nu ouder ben en niet meer actief speel, voel ik me nog steeds thuis bij de groep. Ik zie hoe de jongeren hun plek vinden en hoop dat zij net zoveel genieten van de repetities en het spel als ik. Zo blijft de geest van O.O.G. voortbestaan voor toekomstige generaties.
Toneelvereniging OOG