College bouwt verder aan de uitvoering van het coalitieakkoord “Samen duurzaam vooruit”

Foto: Waalwijk.nieuws.nl

De financiële situatie van Nederlandse gemeenten staat onder druk. Desondanks is het college van Waalwijk er in geslaagd om – op basis van nu bekende gegevens – te komen tot een structureel en reëel sluitende meerjarenbegroting na de voorstellen uit het Voorjaarsbericht 2019 en de Kadernota 2020.

“Ondanks de tegenvallers in met name het sociale domein zijn we er toch in geslaagd de meerjarenbegroting structureel en reëel sluitend te krijgen”, aldus John van den Hoven, wethouder Financiën. ‘We zijn voortvarend bezig met de verdere uitvoering van het coalitieakkoord. Zo is een voorstel opgenomen tot invoering van verblijfsbelasting arbeidsmigranten, met (per saldo) extra baten van € 339.000 in 2020 en € 951.000 in 2021 en verder. Verder is een storting van 2x € 1 miljoen opgenomen in de nieuwe reserves duurzaamheid en sport en wordt de reserve onderwijshuisvesting met € 1 miljoen versterkt. Verder zijn extra middelen voor de burgerbegroting opgenomen (€ 150.000 in 2020 en € 1.150.000 in 2021).

Evenals andere gemeenten is Waalwijk benieuwd naar de uitkomsten van de nog te ontvangen Meicirculaire van het rijk. Daarin wordt bepaald hoeveel (extra) middelen er komen, zoals bijvoorbeeld voor de jeugdzorg. Het college onderschrijft overigens de recente brieven van VNG en wethouders aan het kabinet waarin verzocht wordt om extra middelen voor de jeugdzorg.

Voorjaarsbericht 2019

In 2019 ontstaat een voordeel van € 0,2 miljoen, waarvan € 0,1 miljoen uit de eerdere meerjarenbegroting en € 0,1 miljoen uit het Voorjaarsbericht 2019. In deze rapportage zitten voor 2019 effecten uit het Najaarsbericht 2018 van € 0,4 miljoen nadelig en nieuwe afwijkingen van € 0,5 miljoen voordelig. Na 2019 kent het Voorjaarsbericht nadelen, die oplopen van € 0,3 miljoen (2020) naar € 0,8 miljoen (2023).

In het Voorjaarsbericht zijn ook structurele posten uit het Sociaal Domein verwerkt: bijdrage aan Baanbrekers, Jeugdzorg en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In 2019 is het nadeel op de jeugdzorg van € 995.000 nog gedekt uit de reserve transities, maar de jaren erna is dit in de exploitatie opgenomen voor € 0,7 miljoen (2020), € 0,55 miljoen (2021), € 0,4 miljoen (2022) en € 0,25 miljoen (2023). Daaraan is een taakstelling voor kostenbesparende maatregelen verbonden en dit is nog exclusief een nog uit te voeren herberekening en (waarschijnlijk) bij de Meicirculaire 2019 extra beschikbaar te stellen middelen. De structurele doorwerking van de herberekende Wmo-lasten ten opzichte van de beschikbare stelposten vanuit de algemene uitkering is tot en met 2021 nog voordelig, maar daarna € 250.000 per jaar negatief.
Belangrijke andere posten zijn: een incidenteel voordeel van € 0,6 miljoen vanwege het doorschuiven van investeringen en een nadeel op parkeren van structureel € 0,5 miljoen.

Kadernota 2020

De Kadernota 2020 is de basis voor de later dit jaar nog op te stellen begroting 2020. De doorwerking van het Voorjaarsbericht 2019 heeft een substantieel negatief effect op het financieel meerjarenbeeld. Duidelijk is dat terughoudend met nieuwe (structurele) wensen moet worden omgegaan. Er is weinig ruimte.

Niet te vermijden kosten
De niet te vermijden kosten leiden in totaal tot een voordeel in 2019 van € 0,2 miljoen, dat omslaat in een nadeel van € 0,6 miljoen in 2023. De belangrijkste voorstellen zijn:

  • De extra lasten voor green deal sportvelden vanwege nieuwe wettelijke eisen (€ 0,1 miljoen per jaar).
  • De herberekende lasten van het IUP (Integraal UitvoeringsPlan), met kapitaallasten met ingang van 2022 (€ 0,1 miljoen) en toevoeging jaarschijf 2023 (€ 0,3 miljoen).
  • De kapitaallasten van de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL), met ingang van 2022 € 0,5 miljoen per jaar.
  • Extra inkomsten OZB door uitbreiding niet-woningen, per jaar oplopend van € 0,4 miljoen in 2020 tot € 0,7 miljoen in 2023.

Wensen
De wensen leiden in totaal tot een nadeel van € 0,2 miljoen in 2019, oplopend naar een voordeel van € 0,8 miljoen in 2023. De meeste voorstellen betreffen alleen 2020 en 2021. In die jaren zijn er extra budgetten voor datagedreven werken (met dekking uit beleidsreserve), extra juridische capaciteit, accountmanagement economie, pilot wijk-GGZ, kinderboerderij ’t Erf, leerstoel ondermijning en praktijk-ondersteuner JJGZ (in totaal voor € 0,6 miljoen per jaar). Voor het voortzetten van het huidige niveau van handhaving is structureel € 150.000 opgenomen.

Financieel beeld

Na verwerking van deze voorstellen ontstaan in 2020 en 2021 nog voordelen, die in 2022 en 2023 omslaan in nadelen. Om tot een structureel en reëel sluitende begroting te komen is het voorstel om de jaarlijkse (structurele) prijscompensatie (vanaf 2020 2%), niet toe te passen met ingang van 2022 (voordeel van € 0,4 miljoen).

Het financiële beeld na Voorjaarsbericht 2019 en Kadernota 2020 is als volgt:

Bedragen          N = nadeel

x € 1.000          V = voordeel

2019 2020 2021 2022 2023
           
Begroting 2019 V  148 V  717 V  482 V  201 V  201
Totaal Voorjaarsbericht V    63 N  342 N  982 N  988 N  839
Totaal voorafgaand aan Kadernota V  211 V  375 N 500 N  787 N  638
           
Totaal onontkoombaarheden n.v.t. V   191 N 669 N   285 N  566
Totaal wensen n.v.t. N   283 V  289 V   801 V   801
Na onontkoombaarheden/wensen n.v.t. V  284 V 457 N  271 N  403
           
Afzien prijscomp.2020 jaarschijf 2022 n.v.t. 0 0 V   440 V   440
Financieel beeld 2019 – 2023 V  211 V  284 V 457 V  169 V    37

 

Het college stelt de raad voor het Voorjaarsbericht 2019 vast te stellen en de Kadernota 2020 als richtinggevend voor de Begroting 2020 te beschouwen. De besluitvorming vindt plaats op 27 juni aanstaande.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen