WAALWIJK - Het eerste P/PoP evenement dat zondag 12 maart gevierd wordt in Huis van Waalwijk oude Raadzaal van 14 tot 16 uur schept hoge verwachtingen.
Onze eigen stadsdichter van Waalwijk, Romy van Dongen heeft speciaal voor deze gelegenheid een promotiegedicht geschreven en vindt naast haar baan nog tijd om te battelen in Poetry slams en voor te dragen op poëziepodia, en vergeet de plaatselijke hoogtepunten niet die zij zo bloemrijk verwoordt. Zij is ambassadeur van DBW, ze is erbij de 12e en ze leest voor.
Daarnaast heeft Bowy Schouten, ook wel bekend als meneermens, de zeer talentvolle dichter, die in den lande hoge ogen gooit en al meerdere prijzen in de wacht sleepte; bijvoorbeeld als winnaar van Write Now, zich opgegeven om te komen optreden. Als Bowy zichzelf het woord geeft kun je niet: niet geraakt worden. Dan moet ik nog noemen Francy de Jong Portier een fantastische dichter die een zeer speciale manier van optreden heeft. Friso Woudstra vertolkt de muzikale intermezzo’s met ondersteuning van zijn harmonium én leest voor, hij komt van Letterbekken uit den Bosch. Nu doen we de andere dichters tekort, dat is duidelijk, eentje nog dan Froukje Vos die al drie keer een plaats in de poëzieroute veroverde die DichterBijWaalwijk realiseerde. En meer. En meer.
Behalve op poëzie richt DBW zich ook voortaan op zeer korte en korte verhalen. In 2024 worden de laatste presenteerbladen van Cortenstaal opgehangen, en zal de route hopelijk rond zijn.
Komt dat zien, komt dat horen op 12 maart. Om met een quote van Romy te eindigen: Waalwijk heeft en geeft talent in taal. Vragen:
Promotiegedicht Romy van Dongen:
POËZIE OP POTEN
als stadsdichter voel ik mij soms zelf een Waalwijk
op het podium zijn mijn armen als nieuwbouwwijken
ik weet niet waar ik ze laten moet
mijn ogen zijn als flitspalen op de A59
ik weet nooit wanneer ik naar wie hier kijken moet
mijn hart en hoofd zijn als de inwoners
duizenden stemmen en verhalen
maar op het podium weet ik opeens niet meer
welk woord ik nou zeggen moet
en met grote tegenzin
draag ik dan maar weer voor uit een boekje
of nog erger (van mijn verfrommelde blaadje)
poëzie op poten
mijn ene been is als Waspik
mijn andere vormt Sprang-Capelle
onder druk op het podium leiden ze
soms opeens een apart leven
terwijl ze toch echt samen
een lichaam vormen en bij elkaar horen
als stadsdichter ben ik een Waalwijk
en soms vergelijk ik mezelf zo af en toe
wel eens met Tilburg, Oss of Den Bosch
soms zelfs met het grote Amsterdam, een voorbeeld
want waarom hebben zij wel een station?
of een metrolijn en draag ik alleen maar
de resten van een halvezolen fietspad of een spoor
ik volg het maar
wie weet waar het ooit uitkomt
alles komt uiteindelijk altijd
op z’n pootjes terecht
en tot die tijd voel ik mij hier
als een klein lief stadje op een podium
en je kunt over Waalwijk zeggen wat je wil
we hebben dan wel geen centraal station met sprinters
we hebben geen talloze musea of veel geschiedkundige wereldwonderen
we staan niet op iedere topografiekaart
we komen niet dagelijks in het nieuws
maar we zijn wel een stad vol dichters
en hoe je het ook wendt of keert
een stad die vertelt en een stad die spreekt
dat is een stad die blijft
wij laten van ons horen, wij laten ons zien
wij hebben ook wat te zeggen, wij vormen een stem
wij zijn niet groot, maar wel met veel
en daar kan niemand om heen