
WAALWIJK – Nu de bomen hun bladeren verliezen, worden de zomernesten van de Aziatische hoornaar beter zichtbaar. Deze invasieve wespensoort, afkomstig uit Zuidoost-Azië, bouwt zijn zomernest hoog in bomen. De nesten zijn vaak zo groot als een skippybal en herkenbaar aan hun grijze kleur.
De Aziatische hoornaar werd in Nederland voor het eerst waargenomen in 2017 en heeft zich inmiddels over het hele land verspreid. De soort vormt een bedreiging voor honingbijen. De hoornaars vangen bijen bij de ingang van kasten, waardoor bijenvolken verzwakken en soms volledig verdwijnen. Ook andere insecten, zoals vlinders, zweefvliegen, spinnen en wespen, staan op het menu.
De Aziatische hoornaar is kleiner en donkerder dan zijn Europese soortgenoot. Waar de Europese hoornaar zo’n 3 tot 4 centimeter groot is, meet de Aziatische variant ongeveer 2,5 centimeter. Verder heeft hij een overwegend zwart lichaam met een opvallende gele ring aan het achterlijf, terwijl de Europese hoornaar meer geel is met een roodbruin borststuk.

De opbouw van de nesten verloopt in fasen. In april begint de koningin met een klein embryonest ter grootte van een pingpongbal. Dat groeit uit tot een zogenoemd primair nest ter grootte van een voetbal. In juni bouwen de werksters het secundaire nest, meestal hoog in een boomkroon. In het najaar verlaten jonge koninginnen het nest om afzonderlijk te overwinteren. Een enkel nest kan wel 500 nieuwe koninginnen voortbrengen.
De Bijenhoudersvereniging De Langstraat spoort in samenwerking met de gemeenten Heusden en Waalwijk actief nesten op. Met steun van de Rabobank kon de vereniging speciale opsporingsapparatuur aanschaffen. Een hoornaar wordt voorzien van een klein zendertje en gevolgd naar het nest. Vervolgens worden de nesten met een zuiglans verwijderd. Sinds september heeft de vereniging al meer dan 45 nesten geruimd in haar gebied.
Waarnemingen van nesten kunnen worden gemeld via www.waarneming.nl. Vermeld bij de melding dat het om een nest gaat en voeg een duidelijke foto toe. Zo helpt iedere melding mee aan het beperken van de verspreiding van deze invasieve soort.







