Meer ongedierteplagen in de toekomst

Foto: Beestjes Kwijt

Nederland zuchtte deze zomer minder onder extreme plagen van wespen, de eikenprocessierups en bedwantsen. De overlast van mieren, vlooien, vliegen, duiven en rioolvliegjes nam wél flink toe.

“Zo gaat het altijd op en neer”, zegt ongediertebestrijder Frans Bakker, die namens het ongediertebestrijdingsplatform Beestjes Kwijt actief is in Overijssel. “Dat is de natuur. Maar ik zie het als een incident. In zijn algemeenheid gesproken zullen we in de nabije toekomst juist steeds meer te maken krijgen met ongedierte.”

Waarom Nederland deze zomer wél te maken kreeg met veel mierenoverlast, maar niet met wespenplagen, het blijft voor zowel wetenschappers als ongediertebestrijders koffiedik kijken. “Het is natuurlijk lang koud gebleven dit voorjaar, waardoor wespenkoninginnen pas laat begonnen met het bouwen van hun nest”, vertelt Niels Gobel van Protect Pest Control, die voor Beestjes Kwijt opereert in de regio Almere. “Dat zou een reden kunnen zijn. En mogelijk hebben veel beginnende wespennesten te lijden gekregen onder de regenval, want het was een vrij natte zomer. Mieren hebben hun nest ondergronds, dus die hebben daar minder last van.”

Steeds meer ongedierte

Het toegenomen aantal mierenplagen deze zomer bevestigt volgens Frans Bakker van FMB Services de tendens dat ongedierte steeds meer voet aan de grond krijgt in Nederland. “Het wordt warmer in ons land en dat zorgt ervoor dat plaagdieren zich steeds beter thuis voelen. Bovendien is er voedsel in overvloed voor de beestjes. Daar zorgen wij mensen wel voor door etenswaren en verpakkingen te laten slingeren. Verder wordt bestrijding van ongedierte steeds lastiger, omdat het gebruik van bestrijdingsmiddelen en -methodes steeds verder aan banden worden gelegd door de overheid.”

Ratten- en muizenplagen snel aanpakken

We gaan nu het seizoen in van muizen en ratten, die in de herfst en de winter de neiging hebben naar binnen te trekken. Waar in de landelijke media regelmatig verhalen verschijnen over een enorme toename van zowel bruine als zwarte ratten in Nederland, daar staven de cijfers van Beestjes Kwijt dat nog niet. “We zien dat terug in de cijfers van het RIVM en het KAD (Kennis Adviescentrum Dierplagen)”, knikt directeur/eigenaar Merijn Janssen van Beestjes Kwijt. “Mensen zien de ratten wel, maar schromen blijkbaar om dit te melden of een bestrijder in te schakelen. Mogelijk speelt schaamte daarbij een rol. Dat is jammer, want een rattenplaag moet je echt snel aanpakken, want die wordt alleen maar groter. En snel ook.”

Van 2 naar 1000 ratten

Ook de ongediertebestrijders geven dat dringende advies af. “Een ongedierteplaag moet je niet op zijn beloop laten”, zegt Bakker. “Daar moet je direct wat aan doen, want als je het niet aanpakt, explodeert het in je gezicht. Ratten, muizen, mieren, bedwantsen, houtworm en boktor, ze gaan niet uit zichzelf weg, ze reproduceren zich alleen maar.” Niels Gobel knikt: “Wat begint met twee ratten kan binnen een jaar uitgroeien tot een plaag van over de 1000 exemplaren. En nee, dat is echt niet overdreven.”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen