Waterschap evalueert droogte 2018: tijd voor gezamenlijke actie!

Foto: Brabantse Delta

In de vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta is op 28 november het Evaluatierapport droogte 2018 gepresenteerd. Het bestuur heeft besloten hier op een later moment met andere belanghebbenden uitgebreid over door te praten. De impact van de lange droogteperiode afgelopen jaar is zo groot dat het waterschap zich nu al voorbereidt op meer van deze weersextremen in de toekomst. Uit de conclusies en aanbevelingen van het rapport volgt een Actieprogramma Droogte voor de komende jaren.

2018 is een extreem jaar. Waar in eerste instantie bij de gevolgen van de klimaatverandering de focus op wateroverlast lag, is nu overduidelijk dat we ook rekening moeten houden met langdurige droogte. Het effectgebied van droogte kan zelfs vele malen groter zijn dan van wateroverlast. Meer mensen hebben op verschillende manieren last van droogte. Denk bijvoorbeeld aan verdroging van de natuur, toename van blauwalgen, onttrekkingsverboden voor landbouwgrond en mislukte oogsten. Ook zijn de gevolgen van droogte soms pas later zichtbaar en kunnen ze langer duren. Waterschap Brabantse Delta heeft alles uit de kast gehaald om water in het gebied te krijgen en te houden, om zo lang mogelijk in de watervraag van alle partijen te kunnen voorzien en om de overlast/schade te beperken. Uit de evaluatie blijkt dat de betrokken partijen zoals agrariërs en natuurterreinbeheerders dit werk van het waterschap tijdens de droogte zeer waarderen.

Gezamenlijke opgave

De evaluatie van de droogte 2018 maakt duidelijk dat klimaatverandering vraagt om gezamenlijke inspanningen. Kees Jan de Vet, dijkgraaf waterschap Brabantse Delta: “Het waterschap doet wat het kan, maar er is meer nodig. Graag willen wij via klimaatdialogen met onder andere agrariërs, bedrijven, gemeenten, natuurorganisaties en inwoners in gesprek. We moeten ons gezamenlijk voorbereiden op weersextremen. In de zomermaanden neemt de watervraag toe, maar het wateraanbod af. Er ligt dus een gezamenlijke opgave om de droogteproblematiek te beheersen. Het is noodzakelijk om de dialoog aan te gaan over (wederzijdse) verantwoordelijkheden. Maar het is zeker ook tijd voor actie! Wij zorgen bijvoorbeeld voor een optimale waterberging, maar denken ook graag mee met gemeenten om hittestress in de stad te verminderen en mensen thuis kunnen zelf regenwater opvangen met regentonnen en de tegels uit hun tuinen verwijderen en vervangen door planten”. Het uitwerken van de aanbevelingen uit de evaluatie is al gestart en gebeurt zo veel mogelijk samen met belanghebbenden.

Maatregelen

De evaluatie is weliswaar afgerond maar er is nog steeds sprake van watertekorten. Nog lang niet alle (in)directe effecten zijn in beeld. Het is zelfs zo droog dat er in het werkgebied van waterschap Brabantse Delta op dit moment nog steeds onttrekkingsverboden van kracht zijn. Dit houdt in dat er nog gebieden zijn waar zo weinig water is dat er officieel geen water gebruikt mag worden om land te beregenen. Ook heeft het waterschap zo veel mogelijk stuwen hoger ingesteld met als gevolg dat de waterpeilen hoger zijn dan normaal in de winter. Het waterschap houdt het water zo lang mogelijk vast om het grondwaterpeil zo snel mogelijk aan te kunnen vullen. Natuurlijk staan alle peilbeheerders klaar om zodra het weer natter wordt de waterpeilen te laten zakken.

Grondwater

De neerslag in het najaar en de winter zorgt er normaal gesproken voor dat het grondwater weer wordt aangevuld. Door de lange droogte staat in sommige gebieden de grondwaterstand echter 0,5 tot 1 meter lager dan normaal in deze tijd van het jaar. Om dit grondwater aan te vullen moet het naast de maatregelen die het waterschap heeft genomen veel gaan regenen. Er is meer dan 300 mm grondwateraanvulling nodig tot april volgend jaar. Van alle neerslag die valt verdampt een deel en wordt een deel via rivieren, beken en sloten afgevoerd. Hoeveel neerslag er precies nodig is om 300 mm grondwateraanvulling te behalen is lastig in te schatten en ook nog afhankelijk van de aard van de buien. In een gemiddeld jaar valt er zo’n 800 mm neerslag, maar de gemiddelde grondwateraanvulling bedraagt in landelijk gebied gemiddeld slechts 250 mm per jaar. In stedelijk gebied is de grondwateraanvulling meestal veel minder, vanwege verharding en riolering. De kans is dus aanwezig dat de grondwatervoorraad onvoldoende wordt aangevuld. Dat kan consequenties hebben voor de beschikbaarheid van grondwater voor natuur en landbouw.

Voor de toekomst

Het waterschap werkt nu aan een Actieprogramma Droogte voor de komende jaren. Voor de langere termijn is ons waterschap net als alle waterschappen in Nederland volop bezig om ervoor te zorgen de extreme omstandigheden structureel aan te kunnen. Het verhogen en verstevigen van dijken, het inrichten van gebieden om water tijdelijk op te slaan en het aanpassen van gemalen om water sneller te kunnen verplaatsen of aan te voeren zijn enkele maatregelen. Daarnaast moet water veel meer dan in het verleden sturend zijn voor andere domeinen (stedelijke inrichting, vormen van agrarisch gebruik, natuurdoelen). Het waterschap neemt een actieve rol door partijen te helpen in het uitwerken van hun visies en programma’s op het gebied van klimaatadaptatie.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen